Hitler en de nazi’s maakten de Joden verantwoordelijk voor grote gebeurtenissen, zoals het verlies van de Eerste Wereldoorlog en de economische crisis, terwijl ze hier geen schuld aan hadden.

De oplossing voor al deze problemen was om Joden uit de samenleving te verbannen. Met die politieke boodschap en de belofte om van Duistland een groot en economisch sterk land te maken, won Hitlers partij de verkiezingen in 1932. In 1933 kwamen hij en zijn partij aan de macht.

Hitler en de nazi’s geloofden ook dat mensen in te delen zijn in rassen en dat er een strijd tussen de rassen gaande was. Het ‘Arische ras’ was het beste, sterkste ras. Joden waren van een ander, minderwaardig ras. Zo minderwaardig zelfs, dat zij door de nazi’s niet meer als ‘mens’ werden gezien.